Ingegroeide teennagels: het probleem
De oorsprong van de ingegroeide teennagel is dus vaak ‘eigen schuld’? “Ja maar niet alleen door pulken hoor, het kan ook zijn dat mensen hun nagels verkeerd knippen, rond in plaats van recht bijvoorbeeld.” En dan gaat het altijd fout? “Nee, er spelen ook andere factoren mee: als je erfelijke aanleg hebt voor bijvoorbeeld bolle nagels, dan zijn de kansen op problemen al groter. Mensen kunnen ook een ‘teenstandafwijking’ hebben, onder andere veroorzaakt door reuma. Maar zo’n afwijking kan ook veroorzaakt worden door verkeerde schoenen, vooral vrouwen hebben daar last van. Ik draag zelf ook geen hoge hakken meer sinds ik weet wat er mis kan gaan.” Zonde zeg ik dan, als man.
Maar hoe gaat dat ingroeien dan in praktijk? “Eigenlijk moet ik beginnen met onderscheid te maken tussen de inGEgroeide teennagel (‘unguis incarnatis’ in Latijn) en de inGROEIENDE teennagel (de ‘pseudo unguis incarnatis’). Zodra een teen rood en warm wordt en je pus ziet, is het al te laat. Je hebt dan een ontsteking en daar moet je mee naar een huisarts. Maar tot die tijd kun je bij een pedicure terecht voor advies en een behandeling.” En dat is ingewikkelder dan ik dacht, zo merkte ik tijdens het gesprek.
Ingegroeide teennagels: de oplossing
“Je moet als pedicure natuurlijk eerst de oorzaak van het probleem achterhalen en die ook meteen oplossen, je moet mensen helpen met de juiste schoenen en de juiste kniptechniek. Als je er op tijd bij bent kun je misschien proberen copoline (een soort watje) onder de nagel te doen, en deze zo drukvrij te leggen. En vijlen op de juiste plek geeft ook al verlichting. Soms moet ik de te smalle nagel opvullen met een gelnagel, zodat de nagelwal -de huid naast de nagel- op zijn plaats blijft. Maar als het ingroeien echt serieus is kom je al gauw bij de nagelbeugel terecht.” Is dat zoiets als een mondbeugel? “De werking is inderdaad hetzelfde: je draagt dag en nacht een beugel die lichte druk uitoefent op je nagel, waardoor deze weer langzaam los komt van de huid.” En hoe lang moet je die dragen? “De nagelbeugel moet wel een paar maanden blijven zitten. Net als bij een beugel zet je een nagelbeugel er strak op, maar niet te strak. De trekkracht moet juist zijn, zodat de beugel werkt maar niet te goed. Na een week moeten mensen terugkomen voor controle en krijgen ze advies mee, en na zes weken komen ze weer terug voor een nieuwe nagelbeugel.” En natuurlijk is er niet één soort beugel…
“Er zijn ontzettend veel soorten nagelbeugels, het varieert van plakstrookjes zonder haakjes die je vastmaakt met lijm, tot stalen veren. Je moet bij het plaatsen van de nagelbeugel ook kijken naar de kwaliteit van de nagel: je hebt dikke nagels, brokkelige nagels, schimmelige nagels en losliggende nagels. Je moet ook kijken of mensen allergisch zijn, van het staal van de verschillende beugels, of de lijm van de plakbeugel. Om die reden gebruik ik altijd goud (de zogenaamde ‘Goldstadt-spange’), gemaakt van chirurgisch staal met een verguld laagje goud.” Het ziet er niet eens zo lelijk uit? “Het ziet er uit als een sieraad inderdaad, mijn schoonmoeder was erg blij met haar beugel! Het ziet er zomers wel leuk uit, maar daar is ie toch echt niet voor.” Jammer, een gat in de markt misschien.
“Ik moet de nagelbeugels wel afwerken met een gellaagje om te voorkomen dat er dingen achter blijven hangen, je moet natuurlijk met je sok niet de nagel eraf trekken.” Het valt me op dat Marleen enthousiast over de nagelbeugels kan praten, ze laat me ook allemaal foto’s zien die ik niet wil zien. “Weet je, het is best leuk om die beugels te zetten, je bent lekker aan het knutselen. Maar het duurt wel lang.” Mooi om te zien dat ze zo bevlogen is. We brainstormen nog wat over manieren om te voorkomen dat mensen voor de televisie gaan pulken, maar ik merk aan Marleen dat ze het jammer zou vinden als alle teennagels perfect zouden zijn. Dan zouden er niet zoveel pedicures meer nodig zijn. En moet ze iets anders gaan zoeken om aan te knutselen.